Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen [33]neigde zich Josafat met het aangezicht ter aarde; en gans Juda en de inwoners van Jeruzalem vielen neder voor het aangezicht des HEEREN, aanbiddende den HEERE. 33. Te weten, verklarende alzo dat hij de belofte Gods geloofde en Hem daarvoor dankte.